Examples of using "“these" in a sentence and their dutch translations:
Er bestaan digitale versies van,
Neem deze aan.
Deze zijn van Tom.
Deze koptelefoons werken niet.
Deze getallen komen niet met elkaar overeen.
Tot wie behoren die pennen?
- Deze paarden zijn van haar.
- Deze paarden zijn van hen.
Dit zijn onze boeken.
Het zijn onze kinderen.
Tot wie behoren die pennen?
Dit zijn mijn zonen.
- Deze bronnen zijn slecht.
- Deze bronnen zijn niet betrouwbaar.
Ken je deze deeltjes nog?
Leer deze zinnen.
Lees deze instructies.
Leer deze zinnen.
Ik wil deze.
Raak die niet aan.
Dit zijn dieren.
- Dat zijn cadeaus.
- Dat zijn geschenken.
Onthoud deze regels.
Dit zijn feiten.
Deze zijn prachtig.
- Deze zijn van mij.
- Deze zijn de mijne.
Deze zijn echt.
We hebben deze.
Deze zijn van Tom.
Zijn dit kaarsen?
Zijn deze eetbaar?
Zijn deze echt?
Deze zijn zwaar.
Wie heeft die gemaakt?
Dit zijn geen vissen.
Zijn deze van u?
Het zijn vogels.
Neem deze bloemen.
Deze zijn niet van mij.
Deze ontbraken!
Dit zijn hoeden.
Deze appelsienen zijn verrot.
Dit zijn niet mijn sleutels.
Deze handschoenen zijn van Tom.
Die schoenen zijn van Tom.
Deze boeken zijn van mij.
Leer die zinnen.
Vandaag de dag kan men al deze problemen oplossen.
Zijn deze batterijen opgeladen?
Deze koptelefoons werken niet.
En daarvoor moeten deze twee landen, deze twee krachtige reuzen,
Reizen is vandaag de dag gemakkelijk.
Ik ken deze vrouwen niet.
Deze broek is te lang.
Dit zijn de frontlinies.
Dit zijn blue ghosts.
De wind is sterk.
Al die technologische apparaten
Die bliksemsnelle aanvallen.
Wie heeft deze schilderijen gemaakt?
Is dit niet jouw bril?
Zijn deze bananen rijp?
Dit zijn de regels.
Zijn dit jouw dingen?
Dit zijn makkelijke zinnetjes.
- Van wie zijn die boeken?
- Van wie zijn deze boeken?
Die druiven smaken zuur.
Dit zijn mijn vrienden.
Deze zinnen zijn vreemd.
Deze tomaten zijn smaakloos.
Deze hoeden zijn van jou.
Deze koptelefoons werken niet.
Voor wie zijn deze bedoeld?
Deze schoenen zijn van haar.
Deze peren zijn geweldig.
Deze studenten zijn Koreanen.
Deze appelsienen zijn verrot.
Deze bloemen zijn prachtig.
Deze stoelen zijn bezet.