Examples of using "¿Pero" in a sentence and their dutch translations:
maar nee.
Maar ze bang maken?
Maar ik,
Waaaa...
Maar werkt het?
Maar hij leeft nog?
Maar hij heeft geluk gehad.
Wat in mijn ogen echter belangrijk is:
Maar zal ik eens wat zeggen:
Maar weet je?
Overweeg even het volgende:
Het is mogelijk, maar...
Maar het is een beetje energie.
Maar laten we realistisch zijn.
maar het punt is:
Maar het is riskant.
Maar niet allemaal.
Maar dat wordt gevaarlijk.
Waar wat erger is,
Maar zonder dat
Maar Facebook weet het.
Maar er gebeurde iets
Ik moest adem gaan halen.
Maar ik wil niet.
Maar wat wil je?
Maar waarom?
Maar voeg zeep toe ...
Wat een dag!
- Dat is vreemd, maar waar.
- Dat klinkt vreemd, maar het is waar.
- Het is vreemd, maar waar.
- Maar hij had werk nodig.
- Maar hij had een job nodig.
- Maar hij had een baan nodig.
Hij is jong, maar ervaren.
Maar ik wil een auto.
- Maar ik had geen schrik.
- Maar ik was niet bang.
Maar daar zijn er twee voor nodig:
Hoe gaan we dat doen?
Maar hoe doen we dat dan?
maar dat is niet zo.
Maar in feite verdoezelen ze iets anders.
Maar zo ging het niet.
Maar zonder het kapmes.
Maar het werkt tenminste.
Maar ik doe het, kom op.
Maar... ...dit ding liegt niet.
Maar kijk.
Maar dit ding liegt niet.
Het is jouw beslissing, maar neem hem snel.
Maar kijk, als we rondkijken...
Maar dit wordt hem niet.
maar dit kan een lastige zijn.
Maar je hebt het mis.
Erg bitter.
Maar geef niet op.
Maar ik wil je graag vertellen
"Maar ik heb een zoon.
Maar dat weten jullie al.
maar gebruiken geen anticonceptie.
Maar ze hebben wel een risico.
Dat is ze niet.
Maar brengt ook gevaar.
Maar er is iets mis.
Er is een probleem.
Maar er zijn ook reuzen.
Maar hij raakt snel afgeleid.
Maar niets is gegarandeerd.
Maar ze kunnen zich wel blijven voeden.
Maar andere merken het wel.
Maar ook concurrentie.
Maar vanavond niet.
Maar pythons ook.
Socialisme zal zegevieren.
Maar we hebben ook water nodig.
Maar we zitten eraan vast.
Het is niet statisch.
maar eerst moet ik uitleggen
maar ik wil ook heel graag
Maar hij deed het niet.
Maar het zijn goede gedichten.
"Fijn, maar is het schaalbaar?
Maar gelukkig was dat niet nodig.
Maar dat heb ik niet gedaan.
Maar hij heeft geluk gehad.
Maar ik heb geen geld.
- Wat zijn jullie toch een bengels!
- Wat zijn jullie toch een belhamels!
Het spijt me, ik hou van je.
- Wat een prachtige tuin.
- Wat een leuke tuin.
Wat een enorme hond!
Maar ik kan goed koken.
Maar we kunnen hem niet verstaan.
Het is vreemd, maar waar.