Examples of using "أسمع" in a sentence and their dutch translations:
Ik hoor de trommel.
Ik heb niets gehoord.
Ik heb niet gehoord wat u gezegd hebt.
Ik hoorde hem net achter me door het woud breken.
Ik had nog nooit eerder van Lviv gehoord.
Maar toch hoor ik van studenten
Wanneer ik dit lied hoor, denk ik aan jou en mis ik je.