Translation of "Voorbereiden" in English

Je moet je voorbereiden op de toekomst.

You should prepare for the future.

Ik moet me voor het examen voorbereiden.

I must prepare for the exam.

Sami was Layla’s begrafenis aan het voorbereiden.

Sami was planning Layla's funeral.

Want je moet je voorbereiden op de dood.

because one has to prepare for the trip with no return.

We moeten ons vandaag beginnen voorbereiden op wereldwijde migratie.

We must start preparing for global migration today.

John was druk met het voorbereiden van zijn reis.

John was busy preparing for his trip.

Ik wist niet echt hoe ik me daarop kon voorbereiden,

I didn't really know how to prepare for a potential free solo.

Laten we ons voorbereiden. Maak je klaar om te springen.

Okay, let's get ready to do this. Get ready to jump.

We zullen ons voorbereiden op een boycot tegen West-Samoa.

We will prepare for a boycott against Western Samoa.

Ik ben me aan het voorbereiden om morgen te vertrekken.

I'm getting ready to leave tomorrow.

Ze zijn zich aan het voorbereiden op nog een aanval.

They're preparing for another attack.

- Ze is druk bezig geweest met het voorbereiden op haar reis naar de VS.
- Ze is druk bezig geweest met het voorbereiden op haar reis naar Amerika.
- Ze is druk bezig geweest met het voorbereiden op haar reis naar de Verenigde Staten.

She has been busy preparing for her trip to the U.S.

Wat zou het uitmaken als we nu begonnen met het voorbereiden op klimaatmigratie?

What would it mean if we started to plan for climate migration now?

Ze is druk bezig geweest met het voorbereiden op haar reis naar Amerika.

She has been busy preparing for her trip to the U.S.

- Ze is druk bezig geweest met het voorbereiden op haar reis naar de VS.
- Ze is druk bezig geweest met het voorbereiden op haar reis naar de Verenigde Staten.

She has been busy preparing for her trip to the U.S.

Bij het voorbereiden van deze video hebben we gebeld met CESAR BRAVO, een boer uit Spanje, specifiek

While preparing this video, we telephoned CESAR BRAVO, a farmer from Spain, more specifically