Examples of using "Daagde" in a sentence and their spanish translations:
Tom daagde Maria uit.
Tom desafió a Mary.
- Hij daagde hem uit. - Zij daagde hem uit. - Hij daagde haar uit. - Zij daagde haar uit. - Hij berispte hem. - Zij berispte hem. - Hij berispte haar. - Zij berispte haar.
Lo retó.
We hebben een lange tijd gewacht, maar ze daagde niet op.
- Esperamos largo rato, pero no apareció. - Esperamos mucho rato, pero no apareció.
- We wachtten lang, maar hij kwam niet. - We hebben een lange tijd gewacht, maar ze daagde niet op.