Examples of using "Attract" in a sentence and their dutch translations:
Tegenpolen trekken elkaar aan.
Bloemen trekken bijen aan.
Tegenpolen trekken elkaar aan.
Magneten trekken ijzer aan.
Positieve atoomkernen trekken negatieve elektronen aan.
Hun vacht heeft gleuven die vocht aantrekken
Tijdelijke bosvijvers trekken kikkers aan die dol zijn op water.
Kinderen huilen vaak alleen maar om de aandacht te trekken.
en ze trekken ook een scala aan ongewervelden aan.
Deze jachtmogelijkheden trekken ook andere jaguars aan.
Kinderen huilen vaak alleen maar om de aandacht te trekken.