Translation of "Blond" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Blond" in a sentence and their dutch translations:

- He has blond hair.
- He's blond.

Hij is blond.

He's blond.

Hij is blond.

- Tom is a blond.
- Tom is blond.

Tom is blond.

We are blond.

Wij zijn blond.

- He has blond hair.
- He's blond.
- She has blonde hair.

Hij is blond.

He has blond hair.

Hij is blond.

She's blond and slim.

Ze is blond en slank.

Tom has blond hair.

Tom heeft blond haar.

Tom has long blond hair.

Tom heeft lang blond haar.

She had long blond hair.

Ze heeft lang blond haar.

He has blond hair and blue eyes.

Hij heeft blond haar en blauwe ogen.

Tom has blond hair and green eyes.

Tom heeft blond haar en groene ogen.

Barbie has blond hair and blue eyes.

Barbie heeft blond haar en blauwe ogen.

His hair is blond and he looks young.

Zijn haar is blond en hij ziet er jong uit.

- He has blond hair.
- She has blonde hair.

Ze is een blondine.

Mary has long blond hair and blue eyes.

Maria heeft lang blond haar en blauwe ogen.

Tom has long blond hair and blue eyes.

Tom heeft lang blond haar en blauwe ogen.

Piotr has black hair but Lech has blond hair.

Piotr heeft zwart haar, maar Lech heeft blond haar.

Does anybody know who the tall, blond girl dressed in green is?

Weet jij, wie die lange groengeklede blondine is?

- He has blue eyes and fair hair.
- He has blue eyes and blond hair.

Hij heeft blauwe ogen en blond haar.