Examples of using "Blow" in a sentence and their dutch translations:
Snuit je neus.
Blaas de kaarsen uit.
Zijn slag kwam niet ver.
Er stak een sterke wind op.
Blaas deze ballonnen voor me op.
Ik ga je van je stuk brengen.
Wil je de deur opblazen met buskruit?
mensen konden zien dat hij niet terugdeinsde voor de slag.
De devaluatie van de munt was een zware tegenslag voor de economie van het land.
Een nauwkeuriger onderzoek wees uit dat de schedel verbrijzeld was door een harde slag.
of iedereen die eruitziet als mijn vader het vliegtuig gaat opblazen,
Zijn slag kwam niet ver.
De aanval van het Vierde Korps was de beslissende slag van de strijd, hoewel het succes veel
Je kunt tarantula's in beweging brengen... ...door zachtjes op ze te blazen.