Examples of using "Gluten" in a sentence and their dutch translations:
Glutenvrij!
Het is glutenvrij!
Ik ben allergisch voor gluten.
Ik eet geen gluten.
Bevat dit gluten?
Is dat glutenvrij?
Ik kan geen gluten eten.
Bevat dat gluten?
Dit eten is glutenvrij.
Dit brood is glutenvrij.
Ik heb een glutenintolerantie.
Ze heeft problemen met gluten.
Was dat echt glutenvrij?
Tom houdt van glutenvrije noedels.
Tom maakte glutenvrije pasta.
Tom at een glutenvrije krakeling.
Alles hier zit vol met gluten.
Dit huis is een glutenvrije zone.
Dit brood bevat teveel gluten voor mij.
Het product kan sporen van noten en gluten bevatten.
Mijn vriend heeft coeliakie. Dus ze verdraagt geen gluten.