Examples of using "Predict" in a sentence and their dutch translations:
Je voorspelt de toekomst niet.
Het is onmogelijk om aardbevingen te voorspellen.
Is het echt mogelijk om een aardbeving te voorspellen?
Tom beweert dat hij de toekomst nauwkeurig kan voorspellen.
...kunnen we niet voorspellen wat hun toekomst brengt.
Er komt een heleboel ellende aan
Tom zei tegen Maria dat hij de toekomst kon voorspellen.
ze met 70% nauwkeurigheid hun seksuele oriëntatie konden voorspellen.
Ze kan de toekomst voorspellen.
We voorspellen dat de kerstverkoop beter zal zijn dan verwacht.
In zeer zeldzame gevallen kan iets bewezen of met zekerheid voorspeld worden,
doen wat ik ermee wilde, en mijn resultaten voorspellen.