Examples of using "Sell" in a sentence and their dutch translations:
Verkopen!
- Verkopen!
- Verkoop het!
Ze verkopen schoenen.
Verkopen!
Opticiens verkopen brillen.
Ik verkoop auto's.
Paraplu's verkopen goed.
Wij verkopen schoenen.
Ze verkopen meubels.
Ik verkoop paraplu's.
Ik verkoop bloemen.
Ik verkoop fruit.
Ik verkoop koffie.
Verkoopt u batterijen?
Verkopen ze mandarijnen?
Wij verkopen sinaasappelsap.
- Verkoopt u wijn?
- Verkoop je wijn?
- Verkopen jullie wijn?
Ik verkoop nieuwe paraplu's.
Ik verkoop kleding via internet.
Wij verkopen vers rundvlees.
- Omdat je het verkoopt.
- Omdat u het verkoopt.
- Omdat jullie het verkopen.
Ik moet mijn huis verkopen.
Verkopen ze hier wel kattenbrokjes?
John verkocht vroeger boeken.
Verkoopt u sportschoenen?
Koop laag en verkoop hoog.
Verkoopt u mineraalwater?
Verkoopt u wekkers?
Waarom heeft ze het verkocht?
Kan ik hier een krant kopen?
Verkopen jullie ook woordenboeken?
Verkopen jullie ook hamers?
Heeft hij zijn ziel verkocht?
We verkopen voornamelijk aan vrouwen.
Ik zou graag mijn boeken verkopen.
Fictieromans verkopen beter dan realiteit. In feite verkoopt realiteit helemaal niet.
Zijn hier bureaulampen te koop?
Hij heeft besloten zijn auto te verkopen.
Ik zou graag mijn boeken verkopen.
Wil je ze verkopen?
Hij heeft besloten zijn auto te verkopen.
Ik ga mijn huis verkopen.
We gaan ons huis verkopen.
Waarom verkoop je het gewoon niet?
Hij zou ijs aan Eskimo's kunnen verkopen.
Sami probeerde zijn auto te verkopen.
Waarom heeft ze haar auto verkocht?
Dit is het beste woordenboek dat we verkopen.
Onze buren waren verplicht hun huis te verkopen.
Ze verkopen appels, mandarijntjes, eieren enzovoorts.
Onze buren waren verplicht hun huis te verkopen.
Waar wil je dit verkopen?
Wij verkopen metalen, papieren en houten borden.
Verkopen ze schriften in die winkel?
Is er brood te koop in deze winkel?
Tom heeft besloten zijn auto te verkopen.
Aan wie heeft Tom zijn auto verkocht?
Tom wilde zijn auto niet verkopen.
Tom probeerde zijn oude bank te verkopen.
Verkopen ze bloemen in deze winkel?
Ze worden voor veel verkocht.