Examples of using "Smarter" in a sentence and their dutch translations:
Je bent slimmer dan dat.
- Ik ben slimmer dan jij.
- Ik ben slimmer dan u.
- Ik ben slimmer dan jullie.
Hij is intelligenter dan zij.
Ze is slimmer dan hij.
Bier maakt me slimmer.
Je bent slimmer dan je eruitziet.
Tom is slimmer dan jij.
Tom is intelligenter dan Mary.
Tom is slimmer dan Maria denkt.
Hij is intelligenter dan zij.
Ik weet dat Tom veel slimmer is dan ik.
Maria is slimmer dan de meeste meisjes van haar leeftijd.
Tom is slimmer dan de meeste jongens van zijn leeftijd.
Hij is intelligenter dan zij.
Zij is sluwer dan hij.
Geen enkele student in onze klas is intelligenter dan Kate.
Maar met deze sneeuw moet je slimmer zijn.
...maar als het zo sneeuwt moet je slimmer zijn.
Hij is slimmer dan ik.
Zij is een genie. En ik denk dat ze zelfs slimmer is dan ik. Ik geef het niet graag toe maar wat waar is is waar.