Examples of using "Swore" in a sentence and their dutch translations:
Tom schold.
- Ik zwoer.
- Ik zweerde.
Tom zwoer dat hij zou winnen.
Tom schold.
Ze zweerden dat ze dat nooit zouden doen.
De terroristen zwoeren wraak op dat land.
Ze zweerden dat ze het geheim zouden houden.
Ik heb gezworen nooit meer tegen haar te praten.
Tom en Maria zweerden dat ze dat nooit zouden doen.