Examples of using "Ticking" in a sentence and their dutch translations:
De tijd dringt.
- De klok tikt.
- De klok is aan het tikken.
- De klok tikte.
- De klok was aan het tikken.
De tijd dringt.
Het begint simpelweg bij het aanvinken van een vakje.
Mijn wekker tikt veel te luid.