Examples of using "Vocabulary" in a sentence and their dutch translations:
Mijn woordenschat is beperkt.
Zijn woordenschat is ontoereikend.
Tom gebruikt geheugenkaartjes om woordenschat te studeren.
Je moet eindelijk eens woordjes leren!
Naarmate ik meer woorden kende, ging ik over naar zinnen.
dat zwarte mensen voor het eerst het n-woord in hun vocabulaire opnamen
Hoewel Tom met een accent sprak, had hij een indrukwekkende woordenschat.
Op het gebied van grammatica en vocabulaire wijken enkele dialecten significant af van de standaardtaal.
En de grap gaat eigenlijk over koning Ella, want er is een boerenvocabulaire, zwijntjes
Als iemand die Engels spreekt merkt dat een buitenlander met wie hij praat een van zijn zinnen niet begrijpt, dan herhaalt hij het, op dezelfde manier, maar harder, alsof de ander doof is. Het komt aldoor niet bij hem op dat de woorden die hij gebruikt wellicht te moeilijk zijn, of dat zijn uitdrukking wellicht op meerdere manieren door een buitenlander opgevat kunnen worden en dat hij het beter op een makkelijkere manier kan verwoorden. Het resultaat is niet alleen dat de ander het nog steeds niet begrijpt, maar ook geïrriteerd raakt omdat hij als dove behandeld wordt.