Examples of using "Juoksi" in a sentence and their dutch translations:
- Maria rende.
- Maria was aan het rennen.
- Hij rende.
- Hij liep.
Een hond rende.
De beer rende achter me aan.
Hij liep vlugger dan zijn broer.
- Kate liep naar het restaurant van mijn vader.
- Kate rende naar het restaurant van mijn vader.
Hij rende het klaslokaal in.
Tom rende zo snel als hij kon.
Hij rende en riep om hulp.
Hij rende opdat hij op tijd zou zijn.
De dief liep weg toen hij een politieman zag.
Ze rende zo snel als ze kon.
Een hond rende achter een kat aan.
Hij vluchtte met het geld.
Mijn aap is weggelopen!