Examples of using "Kesken" in a sentence and their dutch translations:
- Tom is gestopt met school.
- Tom is een voortijdig schoolverlater.
Hij viel in het midden van zijn toespraak flauw.
Verdeel de cake onder u beiden.
De motor van de auto ging onderweg stuk.
Mag ik u onderbreken?
- Ik ben aan het eten.
- Ik eet.
- Tussen jou en mij, Toms idee trekt me niet zo aan.
- Tussen ons: Toms idee trekt me niet erg aan.