Translation of "Kuvan" in Dutch

Voinko ottaa kuvan?

- Mag ik een foto maken?
- Mag ik een foto nemen?

Näytän sinulle kuvan.

Ik zal je de foto laten zien.

Tomi poisti kuvan.

- Tom heeft de foto verwijderd.
- Tom verwijderde de foto.

Valokuvaaja otti kuvan talostani.

Een fotograaf nam een foto van mijn huis,

Saanko ottaa sinusta kuvan?

- Mag ik een foto van je maken?
- Mag ik een foto van u maken?

Miksi maalaat kuvan kukista?

Waarom schilder je bloemen?

Voisitko ottaa kuvan minusta?

- Kan je een foto van mij maken?
- Kunt u een foto van mij maken?

Otin tämän kuvan viikko sitten.

Deze foto heb ik vorige week gemaakt.

Löysin kuvan, jota Tom etsi.

Ik heb de foto waar Tom naar zocht gevonden.

Hän näytti minulle kuvan omasta maalauksestaan.

Hij toonde mij een foto van zijn eigen schilderij.