Examples of using "Lähistöllä" in a sentence and their dutch translations:
- Tom woont in de buurt.
- Tom woont hier in de buurt.
Is er een geldautomaat in de buurt?
Is er een ziekenhuis dichtbij?
Is er een bank niet ver van hier?
Een ziekenhuis in de buurt heeft de antistoffen hard nodig,
Vorige nacht was er een grote brand in de buurt.
...en flaconnetjes antistoffen te redden... ...die naar een ziekenhuis in de buurt werden vervoerd.