Examples of using "éléphants" in a sentence and their dutch translations:
Je hebt graag olifanten.
Je bent dol op olifanten.
De olifanten kunnen amper zien.
Overdag zijn olifanten dominant.
Kunnen olifanten niezen?
Olifanten drinken water.
Heeft u Afrikaanse olifanten?
Olifanten eten gras.
Maar de noodroepen van de olifanten...
De olifanten zijn de hoofdattractie in het circus.
Olifanten leven in Azië en Afrika.
Mijn opa sprak altijd over oranje olifanten.
De olifanten lopen naar open gebied.
Overdag is hun zicht net zo goed als dat van olifanten.
Vreemde pijn doet niet wenen.
...verscheen dit dorp op de migratieroute van de olifanten.
Olifanten zijn de grootste nu op het land levende dieren.
Olifanten in Thailand zijn net zo gebruikelijk als kangoeroes in Australië.
Leeuwen, wolven, olifanten en paarden zijn allemaal dieren.
Overdag brengen olifanten de meeste tijd etend in de schaduw door.
Olifanten zien beter in het donker dan wij... ...maar lang niet zo goed als een leeuw.