Examples of using "Carburant" in a sentence and their dutch translations:
Bier is mijn brandstof.
We moeten de machine van brandstof voorzien.
Voedsel is brandstof voor ons lichaam.
We hebben geen benzine meer.
Onze benzine raakt op.
- We hebben geen benzine meer.
- Onze benzine raakt op.
Er was niet genoeg brandstof.