Examples of using "Cru" in a sentence and their dutch translations:
Ik geloofde hem.
Het rauwe ei?
Niemand geloofde Tom.
- Waarom hebt ge mij niet geloofd?
- Waarom geloofde je me niet?
- Waarom geloofde u me niet?
- Waarom geloofden jullie me niet?
- Waarom heb je mij niet geloofd?
Wij eten vis rauw.
Eerst dacht ik dat ze op de vissen jaagde.
- Wij eten dikwijls rauwe vis.
- We eten dikwijls rauwe vis.
Eerst geloofde niemand mij.
Waarom heb je mij niet geloofd?
Ik dacht dat je wilde komen.
Hij geloofde zijn ogen niet.
Je wil dat ik het ei eet, rauw.
Tom dacht dat Maria was gestorven.
Ik dacht dat hij het probleem begreep.
Tom geloofde Maria.
Tot welke leeftijd geloofde jij nog in de Kerstman?
...kan ik het zo rauw eten... ...als sushi.
Ik geloofde u.
Kiezen we voor het rauwe ei? Of voor de gaspeldoorn?
Ik dacht even dat hij gek was geworden.
- Ik geloofde je.
- Ik geloofde u.
- Ik geloofde jullie.
Het komt door dat rauwe ei. Ik wist dat dat 'n slecht idee was.
iedere ambtenaar -- raad eens -- werkt voor ons.
Ik dacht dat hij onschuldig was.
Over het algemeen eten westerlingen vis niet rauw.
Toentertijd voelde het als de juiste beslissing.
Ik had nooit gedacht dat hij zoiets wreeds zou kunnen doen.
Het is nooit een goed idee... ...om iets van amfibieën rouw te eten.
Niemand geloofde mij.
Ik geloofde geen woord van wat mijn opa zei.
Ze geloofden me niet.
Maar er was één persoon die niet geloofde dat ik mijn verdriet overwonnen had.
Dat is het verhaal, en ongetwijfeld geloofden sommige Vikingen het, en sommigen ongetwijfeld
Eerst geloofde niemand mij.
Gezien hij geen mogelijkheid had om vuur te maken, at hij de vis rauw.
Ik geloofde u.
Ik dacht altijd dat geneeskundestudenten heel drukbezette en hardwerkende mensen zijn. Toen ontmoette ik jou.