Translation of "Dépense" in Dutch

Il dépense trop d'argent.

Hij heeft een gat in zijn hand.

Ne dépense pas trop d'argent.

Geef niet te veel geld uit.

Elle dépense autant qu'elle gagne.

Ze geeft evenveel uit als ze binnen krijgt.

Combien dépense-t-elle par mois?

- Hoeveel besteedt ze per maand?
- Hoeveel geeft ze per maand uit?

Combien dépense-t-il par mois ?

Hoeveel geeft hij uit per maand?

Qui dépense trop n’est jamais riche.

Wie te veel uitgeeft, is nooit rijk.

Maria dépense beaucoup d'argent en vêtements.

- Maria geeft veel geld uit voor kleren.
- Maria besteedt veel geld aan kleren.

Je te donne de l'argent mais ne dépense pas tout.

Ik geef je geld, maar je moet niet alles opmaken.

Tom dépense la plus grande partie de son argent en nourriture.

Tom geeft het meeste van zijn geld aan eten uit.

Elle dépense la plus grande partie de son argent pour les vêtements.

Ze geeft het grootste deel van haar geld uit aan kleren.