Examples of using "Ronfle" in a sentence and their dutch translations:
Maria snurkt.
Tom snurkt.
Ik snurk.
Wie snurkt er?
Hij snurkt.
Snurkt Tom?
- Hij snurkt elke nacht.
- Hij snurkt iedere nacht.
Ik moet aanvaarden dat ik snurk.
Normaal snurk ik niet.
Ik moet toegeven dat ik snurk.
Ik moet toegeven dat ik snurk.
Ik moet aanvaarden dat ik snurk.
Wat moet ik doen als mijn vrouw snurkt?
- Ik moet u bekennen dat ik snurk ...
- Ik moet jullie toegeven dat ik snurk...
Wat moet ik doen als mijn vrouw snurkt?
Ze doet alsof ze slaapt, daarom snurkt ze niet.
Ze doet alsof ze slaapt, daarom snurkt ze niet.
Nee, ik snurk niet. Ik droom alleen dat ik een bromfiets ben.