Translation of "Voisine" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "Voisine" in a sentence and their dutch translations:

C'est notre voisine.

Zij is onze buurvrouw.

Notre voisine s'est cassée une côte.

Onze buurvrouw heeft een rib gebroken.

Le chien de ma voisine aboie.

De hond van mijn buurman blaft.

Est-ce que ta voisine est sexy ?

Is je buurvrouw sexy?

Mon père va souvent pêcher dans la rivière voisine.

Mijn vader gaat dikwijls vissen in de nabijgelegen rivier.

- Nous avons un nouveau voisin.
- Nous avons une nouvelle voisine.

- We hebben een nieuwe buurman.
- We hebben een nieuwe buurvrouw.

Le client vient juste d'arriver et attend dans la chambre voisine.

De klant is juist aangekomen en wacht in de kamer hiernaast.

- Notre voisin s'est cassé une côte.
- Notre voisine s'est cassée une côte.

- Onze buurvrouw heeft een rib gebroken.
- Onze buur heeft een rib gebroken.
- Onze buurman heeft een rib gebroken.

Marie et Tom ont décidé de se promener dans la forêt voisine.

Maria en Tom besloten het nabijgelegen bos in te wandelen.

- J'ai vu Tom tuer le chat du voisin.
- J'ai vu Tom tuer le chat de la voisine.

Ik zag Tom de kat van de buren omleggen.

Un soir, alors qu’il dînait dans le parc, la dame au béret s’approcha lentement pour venir occuper la table voisine.

En zo zat hij op een keer aan het eind van de middag in de tuin te eten, toen een dame met een baret rustig in zijn richting kwam om aan de tafel naast hem te gaan zitten.

- Le fils de mon voisin s'est moqué de ma fille aujourd'hui à l'école.
- Le fils de ma voisine s'est moqué de ma fille aujourd'hui à l'école.

De zoon van mijn gebuur heeft vandaag op school mijn dochter uitgelachen.