Translation of "Apfelsinensaft" in Dutch

Tom trank Apfelsinensaft.

Tom dronk wat sinaasappelsap.

- Möchtest du noch etwas Apfelsinensaft?
- Möchten Sie noch etwas Apfelsinensaft?
- Möchtet ihr noch etwas Apfelsinensaft?
- Möchtest du noch etwas Orangensaft?

- Heb je nog graag wat sinaasappelsap?
- Hebt u nog graag wat sinaasappelsap?
- Hebben jullie nog graag wat sinaasappelsap?

Möchtest du noch etwas Apfelsinensaft?

Heb je nog graag wat sinaasappelsap?

- Wir verkaufen Apfelsinensaft.
- Wir verkaufen Orangensaft.

Wij verkopen sinaasappelsap.

Er trank aus einer Flasche Apfelsinensaft.

Hij dronk sinaasappelsap uit een fles.

Tom hätte fast seinen Apfelsinensaft ausgespien.

Tom spuugde bijna zijn sinaasappelsap uit.

Möchtest du zum Frühstück ein Glas Apfelsinensaft?

Wil je graag een glaasje sinaasappelsap bij het ontbijt?

Tom füllte die drei Gläser mit Apfelsinensaft.

Tom vulde de drie glazen met sinaasappelsap.

Tom bestellte sich ein Glas Apfelsinensaft und eine Tasse Kaffee.

Tom bestelde een glas sinaasappelsap en een kopje koffie.