Examples of using "Dachten" in a sentence and their dutch translations:
We dachten dat hij een Amerikaan was.
Iedereen dacht dat we gingen verliezen.
- De situatie is erger dan we dachten.
- De toestand is erger dan we dachten.
- De situatie is slechter dan we dachten.
- De situatie is erger dan we dachten.
- De toestand is erger dan we dachten.
- De situatie is slechter dan we dachten.
- De situatie is erger dan we dachten.
- De toestand is erger dan we dachten.
We dachten dat we hem niet zouden kunnen tegenhouden.
We dachten: ze houden de afvoerpijpen in de gaten.
We veronderstelden dat het een van haar kinderen was.
Ze dachten dat hij de zoon van de zon was.
We hebben een groter probleem dan we dachten.
We dachten dat zijn dreigement maar een grap was.
Wij dachten dat de aarde rondom de zon bewoog.
We dachten dat we hem niet zouden kunnen tegenhouden.
- Uw communicatie is misschien complexer dan we dachten.
- Hun communicatie is wellicht ingewikkelder dan we dachten.
Wij dachten dat de aarde rondom de zon bewoog.
Wij dachten dat de aarde rondom de zon bewoog.