Examples of using "Gehöre" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben lid van een honkbalteam.
Ik hoor hier niet thuis.
Ik ben lid van de zeilclub.
Ik ben lid van de tennisclub.
Ik ben van geen enkele club lid.
En ik dacht: dit is waar ik thuishoor.
Maar ik zei hem dat mijn hart aan een andere man toebehoorde.