Examples of using "Gehasst" in a sentence and their dutch translations:
Niemand wil gehaat worden.
- Hij hield niet van school.
- Hij haatte de school.
Ik heb biologie altijd gehaat.
Ik haatte Boston.
Hij is gehaat.
Tom had vroeger een hekel aan Boston.
Tom is de enige persoon die ik ooit heb gehaat.
Beter gehaat worden om wat men is, dan geliefd om wat men niet is.