Examples of using "Läufst" in a sentence and their dutch translations:
- Houd je van rennen?
- Hou je van rennen?
Ren je iedere dag?
Ben je goed in schaatsen?
- Jij rent.
- U rent.
- Jullie rennen.
Waarom vlucht je van me weg?
Ik hou van de manier waarop je loopt.
Je gaat de problemen van het leven gewoon uit de weg.
Houd je van rennen?
Houd je van rennen?
Ren je iedere dag?
Ik hou van de manier waarop je loopt.
Waarom ga je te voet, als je een auto hebt?
Ren je iedere dag?