Translation of "Tomaten" in Dutch

0.020 sec.

Examples of using "Tomaten" in a sentence and their dutch translations:

Mag Tom Tomaten?

Houdt Tom van tomaten?

Sie essen Tomaten.

Ze eten tomaten.

Ich mag Tomaten.

Ik hou van tomaten.

Mögt ihr Tomaten?

- Hou je van tomaten?
- Houdt u van tomaten?
- Houden jullie van tomaten?

Ich esse Tomaten.

Ik eet tomaten.

Ob Tom Tomaten mag?

Houdt Tom van tomaten?

Wir haben die Tomaten geschnitten.

We hebben de tomaten gesneden.

Sie züchtet Tomaten in ihrem Garten.

Ze kweekt tomaten in haar tuin.

Meg hat eine Dose Tomaten gekauft.

Meg kocht een blik tomaten.

- Ich mag Paradeiser.
- Ich mag Tomaten.

Ik hou van tomaten.

Er baut im Garten Tomaten an.

Hij verbouwt tomaten in de tuin.

Ein bisschen Phosphat tut Tomaten gut.

Tomaten houden van een beetje fosfaat.

Ich mag nicht den Geschmack von Tomaten.

Ik hou niet van de smaak van tomaten.

Er baut in seinem Garten Tomaten an.

Hij kweekt tomaten in zijn tuin.

Tom baut in seinem Garten Tomaten an.

Tom kweekt tomaten in zijn tuin.

„Sind das Äpfel?“ – „Nein, das sind Tomaten.“

"Zijn het appels?" - "Nee, dit zijn tomaten."

Hast du schon mal gezuckerte Tomaten gegessen?

Heb je ooit tomaten met suiker gegeten?

Ich mag den Geschmack von Tomaten nicht.

Ik hou niet van de smaak van tomaten.

Geben Sie mir bitte ein Kilo Tomaten.

Geef me alsjeblieft een kilo tomaten.

„Gibt es keine Tomaten mehr?“ – „Die sind uns leider ausgegangen.“

"Zijn er geen tomaten meer?" - "Die zijn helaas op."

Um genau zu sein, Tomaten sind kein Gemüse. Sie sind Obst.

Om precies te zijn, tomaten zijn geen groenten. Ze zijn fruit.

Wir kaufen ein Kilo Brechbohnen, zwei Kilo Kartoffeln, einen Kopfsalat, ein halbes Kilo Tomaten und zwei Gurken.

We kopen een kilo sperziebonen, twee kilo aardappelen, een krop sla, een halve kilo tomaten en twee komkommers.

Wir kaufen ein Kilo grüne Bohnen, zwei Kilo Kartoffeln, einen Salat, ein halbes Kilogramm Tomaten und zwei Gurken.

We kopen een kilo sperziebonen, twee kilo aardappelen, een krop sla, een halve kilo tomaten en twee komkommers.

Ich wusste gar nicht, dass du keine Tomaten magst. Ich kann das ja nicht riechen! Du hättest das vorher sagen müssen.

Wist ik veel dat je geen tomaat lust. Dat kan ík toch niet ruiken! Dat had je van tevoren moeten zeggen.