Examples of using "Felesége" in a sentence and their dutch translations:
Zijn vrouw is onze lerares Italiaans.
Zijn vrouw is Franse.
- Ik ben de vrouw van Tom.
- Ik ben Toms vrouw.
Zijn vrouw is Franse.
Zij is de vrouw van Alain.
Zijn vrouw is onze lerares Italiaans.
Zijn vrouw is Zweeds.
Maria is Toms vrouw.
Zijn vrouw zit voortdurend aan zijn kop te zeuren.
Hoe gaat het met uw echtgenote?
Tom heeft een echtgenote.
Zijn tweede vrouw is Japans.
Hij is twee keer zo zwaar als zijn vrouw.
Tom is getrouwd met een tandarts.
Hij doet altijd wat zijn vrouw wil.
Toms vrouw kent Mary's man niet.
Als hij onschuldig is, dan is zijn vrouw schuldig.
- Hij fronst bij de gedachte dat zijn vrouw geld verspilt.
- Hij ziet met lede ogen toe hoe zijn vrouw geld vergooit.
De vrouw die daar zit, is zijn huidige vrouw.
Hij doet altijd wat zijn vrouw wil.
- Uw vrouw is kwaad op u.
- Je vrouw is boos op je.
Hij wilde vroeg wakker gemaakt worden door zijn vrouw.
Ik geloof niet dat zij zijn echtgenote is, want die is ouder.
Tom wil nog graag een kind maar Maria niet.
Een man wiens echtgenote overleden is, heet een weduwnaar.
Hoe gaat het met je vrouw?
Ze trouwde met een rijke oude man.
Bent u getrouwd?