Examples of using "Ideje" in a sentence and their dutch translations:
Tijd om uit te laden.
Het is tijd om op te staan.
Het is tijd om naar huis te gaan.
Het is tijd om te beginnen.
Heeft u tijd?
Het is tijd om weg te gaan.
Het is bedtijd.
Het is etenstijd.
Het is tijd om voedsel te zoeken.
- Het is al tijd om naar huis te gaan.
- Het is reeds tijd om naar huis te gaan.
Het is etenstijd.
- Het is bedtijd.
- Het is tijd om naar bed te gaan.
- Uw tijd is op.
- Hun tijd is op.
Alles heeft een vervaldatum,
tijdens mijn studie in het seminarie
Het is bedtijd.
- Het is al tijd om naar huis te gaan.
- Het is bijna tijd om naar huis te gaan.
Tom had geen tijd.
Hoelang ben je al in Sjanghai?
- Hij heeft lange tijd niet naar hen geschreven.
- Hij heeft hen lange tijd niet geschreven.
Alles heeft zijn tijd.
- Alles op zijn tijd.
- Alles op z'n tijd.
- Ik denk dat ik beter kan gaan.
- Ik denk dat het tijd is voor mij om te vertrekken.
Kerstmis is een tijd van delen.
Het is nu het moment om in de tweede versnelling te gaan,
Het is tijd om te leren zwemmen en vis te vangen.
- Ik moet gaan slapen.
- Ik moet naar bed.
Wie heeft tijd?
Eindelijk was het tijd om de grondwet te ondertekenen.
Ik heb Tom al lang niet geschreven.
Ik denk dat het nu tijd is.
- Hoelang geleden was dat?
- Hoe lang geleden was dit?
want ik ben al een hele tijd niet meer in Dubai geweest.
zeggen dat ze willen beslissen of en wanneer ze zwanger worden
Ik was al heel lang onder water...
Halloween is de tijd van heksen en geesten.
Tom had geen tijd om het rapport te lezen.
Het is etenstijd.
Het is tijd dat we veranderingen maken doorheen de hele maatschappij
Ik heb hier lange tijd gewoond.
Hoelang ben je al hier?
Hoe lang geleden was dit?
Het gras heeft een maaibeurt nodig.
Dus misschien wordt het tijd om liever voor onszelf te zijn,
Het is tijd voor jou om naar bed te gaan.
Je moet je kamer opruimen.
Een ocelot kan nog beter in het donker zien. Tijd om naar huis te gaan.
Tom zei dat hij niet genoeg tijd had om zijn lunch zelf te bereiden.
Ik denk dat de tijd is aangebroken om de zaak met haar te bespreken.
Hoe lang woon je al hier?
Gisteren heb ik een oude vriend ontmoet, die ik al lang niet meer gezien had.
Tijd om te sterven.