Examples of using "Kap" in a sentence and their dutch translations:
Hij verdient een hoog salaris.
Tom krijgt vaak oorinfecties.
Men kan hier niet ademen.
- Wie veel eist, krijgt veel. Wie te veel eist, krijgt niets.
- Wie te veel wil, krijgt niets.
- Wie het onderste uit de kan wil hebben, krijgt het deksel op de neus.
Welke uitgangen heeft dit werkwoord in de tegenwoordige tijd?
- De gever is gelukkiger dan de nemer.
- Gelukkiger is de gever dan de krijger.
- Het is beter te geven dan te ontvangen.
- Het is zaliger te geven dan te ontvangen.
Elk team heeft nu een idee dat een ander team slecht vond
Ik hoop dat mijn wagen niet in panne valt en dat ik je op tijd bereik.