Examples of using "Párizsba" in a sentence and their dutch translations:
Ik ga naar Parijs.
Hij vloog naar Parijs.
Ik ga naar Parijs.
Morgen ga ik naar Parijs.
Is het waar dat ge naar Parijs gaat?
- Morgen komt hij in Parijs aan.
- Morgen komt hij aan in Parijs.
Wanneer ben je naar Parijs gekomen?
Morgen ga ik naar Parijs.
Hij is naar Parijs gegaan, de hoofdstad van Frankrijk.
Ze ging naar Parijs om kunst te studeren.
Ik ga vaker naar Brussel dan naar Parijs.
Volgende maand ga ik naar Parijs.
Parijs is een van de steden die ik vorig jaar bezocht heb.
Als kind ging hij drie keer naar Parijs.
en naar Parijs verhuisd voor mijn eerste baan.
Haar droom is om Parijs te bezoeken.
Parijs is een van de steden die ik vorig jaar bezocht heb.