Translation of "Apre" in Dutch

0.006 sec.

Examples of using "Apre" in a sentence and their dutch translations:

- Lei apre la finestra.
- Apre la finestra.

Zij doet het raam open.

- Apre la finestra.
- Lui apre la finestra.

- Hij doet het raam open.
- Hij doet het venster open.
- Hij zet het raam open.

Quando apre?

Wanneer gaat het open?

- La lingua apre i mondi.
- Il linguaggio apre i mondi.

De taal opent werelden.

Quando apre il ristorante?

Wanneer gaat het restaurant open?

Lei apre la finestra.

Zij doet het raam open.

Ecco che apre la bocca.

Zijn bek opent een beetje.

Il negozio apre alle 9.

- Om 9 uur gaat de winkel open.
- De winkel gaat open om 9 uur.

- Una chiave d'oro apre tutte le porte.
- Una chiave dorata apre tutte le porte.

Een gouden sleutel maakt alle deuren open.

- Lei apre la finestra.
- Apre la finestra.
- Aprite la finestra.
- Voi aprite la finestra.

Zij doet het raam open.

Il canto apre la porta all'anima.

Zingen opent de poort naar de ziel.

A che ora apre il negozio?

- Wanneer gaat de winkel open?
- Op welk tijdstip gaat de winkel open?

La porta si apre sul bagno.

De deur gaat naar de badkamer.

- Sta aprendo la finestra.
- Apre la finestra.
- Lui sta aprendo la finestra.
- Lui apre la finestra.

- Hij doet het raam open.
- Hij doet het venster open.
- Hij zet het raam open.

La nostra famiglia apre i regali la Vigilia di Natale.

Onze familie opent cadeaus op kerstavond.

- Quando apre una rivista, di solito legge per primo il suo oroscopo.
- Quando lui apre una rivista, di solito legge per primo il suo oroscopo.

Wanneer hij het tijdschrift opent, leest hij meestal eerst zijn horoscoop.

La conferenza di pace di Parigi si apre al Palazzo di Versailles, appena fuori dalla capitale francese.

De vredesconferentie van Parijs wordt geopend in het paleis van Versailles, net buiten de Franse hoofdstad.