Examples of using "Apre" in a sentence and their dutch translations:
Zij doet het raam open.
- Hij doet het raam open.
- Hij doet het venster open.
- Hij zet het raam open.
Wanneer gaat het open?
De taal opent werelden.
Wanneer gaat het restaurant open?
Zij doet het raam open.
Zijn bek opent een beetje.
- Om 9 uur gaat de winkel open.
- De winkel gaat open om 9 uur.
Een gouden sleutel maakt alle deuren open.
Zij doet het raam open.
Zingen opent de poort naar de ziel.
- Wanneer gaat de winkel open?
- Op welk tijdstip gaat de winkel open?
De deur gaat naar de badkamer.
- Hij doet het raam open.
- Hij doet het venster open.
- Hij zet het raam open.
Onze familie opent cadeaus op kerstavond.
Wanneer hij het tijdschrift opent, leest hij meestal eerst zijn horoscoop.
De vredesconferentie van Parijs wordt geopend in het paleis van Versailles, net buiten de Franse hoofdstad.