Examples of using "Chiaro" in a sentence and their dutch translations:
- Alles is duidelijk.
- Alles is helder.
- Ik kan u heel goed horen.
- Ik hoor u heel goed.
- Ik hoor je luid en duidelijk.
- Snap je het?
- Verstaan?
- Begrepen?
- Heb je het begrepen?
- Heb je het gesnapt?
- Snappen jullie?
De boodschap is duidelijk.
Is dat duidelijk?
Het is volkomen duidelijk dat hij niet wil praten met mij.
- Het was duidelijk wat hij wilde doen.
- Wat hij wilde doen was duidelijk.
- Snap je het?
- Verstaan?
- Begrepen?
- Heb je het begrepen?
- Heb je het gesnapt?
- Snappen jullie?
Dus nee, laat ik duidelijk zijn:
Tot nu. MAANVERLICHTE VLAKTEN
Ik denk dat ik niet duidelijk genoeg ben geweest.
De muren waren lichtbruin geverfd.
Ik heb het dak lichtblauw geverfd.
- Het is nog klaar buiten.
- Buiten is het nog licht.
Het is duidelijk.
Het is voor iedereen duidelijk.
Na 125 jaar ontwikkeling is het duidelijk: Esperanto is meer dan alleen een taal.
Het is niet mijn bedoeling me veroordelend op te stellen,
Er is hier iets aan de hand.
Slachtoffer-aantallen variëren enorm, maar het is duidelijk beide partijen hebben catastrofale verliezen geleden.