Examples of using "Lavando" in a sentence and their dutch translations:
Hij is de auto aan het wassen.
Hij is de auto aan het wassen.
Ik doe de afwas.
Tom is zijn auto aan het wassen.
- Waarom was je je handen?
- Waarom ben je je handen aan het wassen?
- Ik doe de afwas.
- Ik ben de afwas aan het doen.
Poetst ge goed uw tanden?
- Tom doet de afwas.
- Tom doet de vaat.
Tom poetst zijn tanden.
Maria is haar haar aan het wassen.
De man die de auto aan het wassen is, is meneer Jones.
Ik was mijn handen omdat ze vies zijn.