Examples of using "だと思った。" in a sentence and their dutch translations:
Eerst dacht ik dat ze ziek was.
Ik dacht dat het waar was.
We dachten dat hij een Amerikaan was.
Eerst dacht ik dat ze op de vissen jaagde.
Tom dacht dat het oneerlijk was.
Ik dacht dat hij mijn broer was.
En dan denkt de krab dat het veilig is...
We vonden het vanzelfsprekend dat hij mee zou gaan.
We vonden het vanzelfsprekend dat hij mee zou gaan.
Ik dacht dat je graag nieuwe dingen leerde.
De vrouw waarvan ik dacht dat het zijn tante was, was een vreemde.
Dat dacht ik dus ook.
De vorige persoon aan wie ik mijn idee vertelde, dacht dat ik gestoord was.
Ze dacht dat ik dokter was.