Examples of using "彼を見た。" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb hem gezien.
Ik zag hem.
Ik heb hem zien rennen.
Ik heb hem gezien.
Toen ik hem zag, zat hij in de bibliotheek.
Ik kon het niet helpen te lachen toen ik hem zag.
Zo gauw als ik hem zag, wist ik dat hij boos was.