Examples of using "Dziadek" in a sentence and their dutch translations:
- Hoe oud is je opa?
- Hoe oud is je grootvader?
Opa doet een dutje op de canapé.
Mijn grootvader was molenaar.
Waar woont je opa?
Mijn opa houdt van wandelen.
Mijn grootvader staat vroeg op.
Toms grootvader was een slaaf.
- Hoe oud is je opa?
- Hoe oud is je grootvader?
Zijn grootvader stierf een jaar geleden aan kanker.
Mijn grootvader is overleden in de Tweede Wereldoorlog.
Mijn grootvader heeft mij de goede gewoonte geleerd, geld opzij te leggen voor kwade dagen.