Translation of "Móc" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Móc" in a sentence and their dutch translations:

Chcieć to móc.

Waar een wil is, is een weg.

Chciałbym móc pójść.

Ik wou dat ik kon gaan.

Aby móc docenić tango.

...om van tango te kunnen genieten.

Móc leczyć jak chorobę.

...kunnen we die behandelen als een ziekte.

Chciałbym móc pojechać do Japonii.

Ik zou graag naar Japan kunnen gaan.

By móc wypłynąć i zaczerpnąć powietrza.

...zodat je boven water adem kunt gaan halen.

Fajnie było móc znowu pogadać. Powtórzmy to kiedyś.

Ik was blij dat we sinds een lange tijd weer eens hebben kunnen praten. Laten we weer eens praten.

Chciałbym móc podać ci powód, ale nie mogę.

Ik zou willen dat ik je de reden kan vertellen, maar dat kan ik niet.

By zdominować politycznie i tym samym móc nas eksploatować.

...om ons te kunnen overheersen en zo... ...van ons te kunnen stelen.