Examples of using "Moja żona" in a sentence and their dutch translations:
Mijn vrouw is Pools.
Mijn vrouw is een vegetariër.
Mijn vrouw probeert te slapen.
Mijn vrouw haat katten.
Mijn vrouw is arts.
Waar is mijn vrouw?
Mijn vrouw is Pools.
Ik ben de baas, niet mijn vrouw. Je bent de baas niet, schat.
Mijn vrouw zal ook blij zijn u te zien.
Ik kon niet accepteren dat mijn vrouw echt dood was.