Examples of using "Cientista" in a sentence and their dutch translations:
Hij is wetenschapper.
Tom is wetenschapper.
Hij is wetenschapper.
Ik ben computerwetenschapper.
Hij zei: "Ik wil wetenschapper worden."
Hij studeerde hard om wetenschapper te worden.
Hij is geen wetenschapper, maar hij is wel onze vriend.
...als met een zakenman, een intellectueel... ...en een wetenschapper. Hij was zo flexibel.
Als kind wilde ik wetenschapper worden, maar nu studeer ik Internationale Handel.