Examples of using "Cristo" in a sentence and their dutch translations:
- Christus is opgestaan!
- Christus is verrezen!
- Hemeltjelief!
- Jezus Christus!
Christenen geloven in Jesus Christus.
Christus werd gekruisigd door de Romeinen.
Christenen geloven in Jesus Christus.
Jezus Christus bekeerde zich tot het boeddhisme.
De Christus Verlosser is een van de zeven wereldwonderen.