Examples of using "Dormi" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb goed geslapen.
Ik heb veel geslapen.
Ik heb veel geslapen.
Ik heb niet goed geslapen.
- Ik heb me verslapen.
- Ik heb te veel geslapen.
Ik heb vannacht goed geslapen.
- Ik heb goed geslapen vannacht.
- Ik heb vannacht goed geslapen.
Ik heb de hele namiddag geslapen.
Gisteren ging ik om 10 uur naar bed.
Ik heb niet zo veel geslapen.
Ik sliep voor de tv.
Ik heb met mijn baas geslapen.
- Ik heb de hele dag geslapen.
- Ik sliep de hele dag.
Ik heb gisteren de hele dag geslapen.
Ik heb die nacht helemaal niet geslapen.
Ik heb maar drie uur geslapen.
Ik sliep om tien uur 's avonds.
Ik heb me verslapen en miste de eerste trein.
Ik heb maar twee uur geslapen. Het is niet te verworderen dat ik slaperig ben.
Ik heb tijdens de lunchpauze een tukje gedaan omdat ik erg moe was.
Ik heb tijdens de lunchpauze een tukje gedaan omdat ik erg moe was.