Examples of using "Estar" in a sentence and their dutch translations:
Wees aanwezig.
Ik moet wel getikt zijn.
Zij moeten dood zijn.
Ze hebben het vast druk.
Ik ben liever alleen.
Ik deed alsof ik sliep.
Het lijkt erop dat het kapot is.
Ik ga er klaar voor zijn.
Ik wilde met je samen zijn.
Tom zag er geweldig uit.
Je lijkt wel gek.
Tom ziet er erg gelukkig uit.
Je lijkt niet onder de indruk.
Daarover zou je gelijk kunnen hebben.
Het moet hier ergens zijn.
Laura was ongetwijfeld ziek.
Misschien heeft hij gelijk.
Ze lijkt gelukkig te zijn.
Tom lijkt gelukkig.
Hij slaapt waarschijnlijk.
Hij moet dood zijn.
Waar zou ze kunnen zijn?
- Tom ziet er bang uit.
- Tom kijkt bang.
Tom zal er zijn.
Tom lijkt op zijn gemak te zijn.
- Ik hoop dat ik u niet onderbreek.
- Ik hoop dat ik je niet onderbreek.
- Ik hoop dat ik je niet stoor.
Tom leek ongeïnteresseerd.
Je ziet er slaperig uit.
Ik weet waar je wilt zijn.
- Tom moet zich eenzaam voelen.
- Tom moet eenzaam zijn.
- Tom voelt zich waarschijnlijk eenzaam.
Ik wil bij u zijn.
Tom leek boos.
Ik wou dat ik het mis had.
- Je ziet er moe uit.
- U ziet er moe uit.
Tom lijkt moe te zijn.
Dat zegt ge om te lachen!
- Tom zag er eenzaam uit.
- Tom leek eenzaam.
Tom kan het mis hebben.
Tom leek slaperig.
- Tom lijkt depressief.
- Tom lijkt gedeprimeerd.
Het is heel plezant met u samen te zijn.
Het lijkt wel een andere planeet.
Tom ziet er bleekjes uit.
Op welke dag van de week ben je vrij, normaal gesproken?
Tom moet heel moe zijn.
Iets blijkt niet goed te werken.
Mijn broer is zeker ziek.
- Ze leek erg verbaasd.
- Ze leek erg verrast.
- Ze zag er erg verbaasd uit.
- Ze zag er erg verrast uit.
Ze lijken plezier te hebben.
- Tom ziet er boos uit.
- Tom kijkt kwaad.
Ik moet wel dingen zien.
Tom klinkt serieus.
Jij verstopt iets, nietwaar?
Ik zal deze namiddag bezet zijn.
Ik ben graag alleen.
Tom leek zich zorgen om mij te maken.
Tom lijkt het niet druk te hebben.
Waar moet ik anders zijn?
Je lijkt niet onder de indruk.
Alles was waar het zou moeten zijn.
Ze leek erg te zijn geschrokken.
Je ziet er erg moe uit.
Tom zou gevaar kunnen lopen.
Ik kan het niet met je eens zijn.
Ik vind het geweldig hier te zijn.
Dat moet wel een grap zijn!
Ik moet hier de hele dag zijn.
Je lijkt het vandaag niet erg druk te hebben.
tussen welzijn, gezondheid en plezier.
Je moet toegewijd zijn...
Zelfs de vissen leken in de war.
Het weer had niet beter kunnen zijn.
Ze zijn vast op je aan het wachten.
Ik heb geen tijd om ziek te zijn.
Ik wou dat ik bij je was.
Ik wil alleen maar bij jou zijn.
Je vergaat vast van de honger.
Je weet waar ik zal zijn.
- Ik hoop dat ik je niet stoor.
- Ik hoop dat ik u niet stoor.
Iedereen lijkt zich te vermaken.
Je zal er zijn, niet?
Niemand kan overal zijn.
Ik moet hier de hele dag zijn.
We zouden er om twaalf uur 's middags moeten zijn.