1. Home
  2. Translation in context
  3. Portuguese-Dutch
  4. Irmãzinha

Translation of "Irmãzinha" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Irmãzinha" in a sentence and their dutch translations:

Como vai sua irmãzinha?

- Hoe gaat het met je jongere zus?
- Hoe gaat het met jouw zusje?
- Hoe is het met je zusje?

Como está a sua irmãzinha?

- Hoe gaat het met je jongere zus?
- Hoe gaat het met jouw zusje?

Quantos anos tem sua irmãzinha?

Hoe oud is je zusje?

Estou com saudades da minha irmãzinha.

Ik mis mijn kleine zus.

A menina que está correndo ali é a minha irmãzinha.

Het meisje dat daar loopt, is mijn zusje.