Examples of using "Minhas" in a sentence and their dutch translations:
Gecondoleerd.
Dat is mijn broek.
Ik was mijn sokken.
Blijf van mijn spullen af!
Ik wil mijn spullen.
Beantwoord mijn vragen.
Ik was mijn handen.
- Mijn benen trilden.
- Mijn benen waren aan het trillen.
- Mijn benen beefden.
- Mijn benen waren aan het beven.
Ik heb mijn sleutels nodig.
Mijn tandvlees is opgezwollen.
Dat gaat boven mijn macht.
Ik bid voor je.
Ik kan mijn handschoenen niet vinden.
Dat is mijn broek.
Mijn gewrichten doen pijn.
Mijn rug doet nog steeds pijn.
Waar zijn mijn foto's?
Dat is mijn broek.
Mijn benen doen nog steeds pijn.
Ik ben mijn sleutels kwijt.
Waar zijn mijn handschoenen?
- Mijn tandvlees bloedt.
- Mijn tandvlees is aan het bloeden.
Heb je mijn berichten ontvangen?
Dat is mijn broek.
Iemand nam mijn spullen.
Ik heb mijn laarzen nodig.
Ik heb mijn kleren uitgewrongen.
Ik was mijn sokken.
- Ik kan mijn handschoenen niet vinden.
- Ik vind mijn handschoenen niet terug.
Ik kon mijn sleutels niet vinden.
Het bloed klopt door mijn aderen.
Ik ben op zoek naar één van mijn zussen.
Ik was mijn handen voor de lunch.
Ik heb me altijd aan mijn beloften gehouden.
Ik kan mijn benen niet voelen.
Deze dingen zijn niet van mij!
- Ik denk dat ik mijn sleutels kwijt ben.
- Volgens mij ben ik mijn sleutels kwijt.
Mijn sokken zijn nog steeds vochtig.
Ik heb altijd pijn aan mijn benen.
Stop met het stelen van mijn zinnen.
Mijn appels zijn weg.
Hij accepteerde mijn excuses niet.
Ik heb mijn sleutel nodig.
Ik heb al mijn sinaasappels opgegeten.
Dat is mijn broek.
Al mijn spullen zijn verdwenen.
Mijn instructies waren duidelijk.
Heb je mijn berichten ontvangen?
Ik heb mijn twijfels.
Dat is mijn broek.
Mijn moeders spreken geen Nederlands.
Mijn rug doet erg pijn.
Waar zijn mijn sokken?
Mijn zus heeft mijn kleren gestolen.
Tom vindt mijn moppen leuk.
Ik ken mijn zwakheden.
Raak nooit mijn spullen meer aan.
Ik was mijn handen voor de lunch.
- Deze zijn van mij.
- Deze zijn de mijne.
Zij wilden geen antwoord geven op mijn vragen.
Ik laat een lens vallen.
Dat gaat tegen mijn geloof in.
Wie van mijn bediendes hebt ge gezien?
- Ik kan mijn handschoenen niet vinden.
- Ik vind mijn handschoenen niet.
Ze antwoorden niet op mijn telefoontjes.
Zij ontweek mijn vragen.
Mijn cijfers zijn hoger dan gemiddeld.
Tom accepteerde mijn verontschuldigingen niet.
- Eet mijn frietjes niet.
- Eet mijn friet niet.
Mijn sokken zijn hier niet.
Doe je ouders de groeten van me.
Ik heb mijn kleren meegenomen om te wassen.
Hij reageert niet op mijn sms'jes.
Ik doe geen stroop op mijn pannenkoeken.
Een van mijn favoriete bezigheden.
Ondergoed? Dat was nu wel uitgeweest...
Mijn benen worden beter van dag tot dag.
Ik was mijn handen voor de lunch.
Ik wil niet zakken voor mijn examens.
Zij is een van mijn beste vrienden.
- Jammer genoeg zijn die prachtige woorden niet mijn eigen woorden.
- Jammer genoeg zijn die prachtige woorden niet van mij.
Het is een van mij.
Ik voel mijn handen al... ...ijskoud worden.
- Mijn ideeën raken op.
- Ik heb geen ideeën meer.