Examples of using "Pedra" in a sentence and their dutch translations:
- Het was steenhard.
- Dat was keihard.
Een steen drijft niet.
Steen, papier, schaar.
- Geen stenen werpen.
- Gooi geen stenen.
- Geen stenen gooien.
Hij is over een steen gestruikeld.
Op de grond ligt een steen.
Ze raapte een steen op.
Deze brug is van steen gemaakt.
Een stukje steen als loodje.
Ik wou dat ik een steen was.
- De jongen gooide een steen.
- De jongen heeft een steen gegooid.
- Het was steenhard.
- Het was keihard.
- Het was zo hard als een kei.
- Het was bikkelhard.
Bob zwemt als een baksteen.
Er zit een steentje in mijn schoen.
Deze brug is van steen.
Tom gooide een steen naar me.
Help me deze steen te verplaatsen.
- Deze brug is van steen gemaakt.
- Die brug is van steen.
Tom gooide een steen naar de boom.
De steen breekt de schaar. De schaar knipt het papier. Het papier pakt de steen in.
Dat is goed. Dat naar beneden.
Hij probeerde tevergeefs de steen op te tillen.
De jongen gooide een steen naar de kikker.
- Het was steenhard.
- Het was keihard.
- Het was zo hard als een kei.
- Het was bikkelhard.
Verplaats alsjeblieft deze steen van hier naar daar.
Gisterenavond sliep Tom als een blok.
Misschien is de halsband achter een rots blijven haken.
Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen.
Ze neemt een vreemde houding aan die op een rots lijkt.
Ik heb niet genoeg kracht om deze steen op te tillen.
Ik wilde me niet bewegen, dus ik hield een steen vast.